Met het maken van de bekisting voor de funderingsrand begon de eigenlijke bouw. En toen liep de bouwput al snel vol met water… Het beton was echter al besteld, dus maar een pomp gekocht (een kreng, bleek), tegen het hoge grondwater opboksen en laarzen aan. Na navraag bij, en onderzoek van het Waterschap, bleek een duiker verstopt en werd dit verholpen. De grond was echter al zo verzadigd geraakt dat elk regenbuitje een tijdlang een zwembad zou opleveren, af en toe wel met mooie spiegelingen.
Nadat het beton voor de funderingsbalk was gestort met een idioot grote pompkraan, die als vervanging van een defecte normale maat het perceel op kwam rijden, moest de funderingsrand gemetseld worden. Om rug en humeur te sparen, lieten we dat een paar metselaars uit de buurt doen. Van buurman Henk (Wateren) konden we een betonmolentje lenen, dat we eerst uitgeprobeerd hebben, maar dat er op het ‘moment suprème’ geen zin meer in had… De ‘opper’ liep stage bij een bouwbedrijf uit de buurt, belde of er een molentje geleend kon worden, wat kon, dus gehaald. De bouwer herinnerde Herman zelfs nog van de verbouw van een boerderijtje in Oosterstreek en wilde geen vergoeding voor aanhanger en molen.
Het ruige werk dat de metselaars afleverden, moest vervolgens nog waterpas op peil worden afgesmeerd. Gelukkig wist onze buurman Piet (Spaarndam) hoe we dat slim konden doen met behulp van een stel grote lijmklemmen die we van hem meekregen. Wat van het hout dat voor de begane grondvloer was afgeleverd kon er mooi voor dienen.
Voor het zaagwerk heeft Herman een zaagtafel, zoals hij in Oostenrijk had gezien, gemaakt en die zou uitstekend gaan werken. Voor de afkortzaag, maar ook voor het werken met de cirkelzaag. Een goede voorbereiding is het halve werk, toch? De muurplaten kwamen als eerste onder het afkortzaagblad vandaan en vervolgens de balklaag. Daarna een aantal OSB-platen voor het constructiewerk van het skelet. (2 stapels van 100 stuks manplaten)